Op 1 januari 2013 trad de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken (hierna: de nieuwe wet) in werking.
De nieuwe wet wijzigde op ingrijpende wijze het Wetboek van de Belgische nationaliteit (hierna: WBN).
Zoals blijkt uit artikel 1 van het WBN kan de Belgische nationaliteit verworven worden door toekenning of door verkrijging.
De toekenning gebeurt los van elke wilsuiting van de betrokkene, die steeds een minderjarige is.
Bij verkrijging van nationaliteit gaat het over een vrijwillige handeling van de belanghebbende met het oog op het verwerven van de Belgische nationaliteit.
De nationaliteitsverkrijging is mogelijk door twee verschillende procedures:
De nieuwe wet veronderstelt dat integratie en participatie van een belanghebbende het Belg worden voorafgaan. Het verwerven van de Belgische nationaliteit wordt aldus het sluitstuk van integratie en niet het begin ervan.
Volgens de nieuwe wet – kan de aanvraag om de Belgische nationaliteit slechts ingediend worden op het moment dat de verblijfsstatus van de betrokkene in België gestabiliseerd is.
Met andere woorden, moet de betrokkene op het moment van indienen over verblijfstitel beschikken, die in tijd onbeperkt is.
De nieuwe wet vereist dat de vreemdeling wettig in België verblijft en dat hij er zijn hoofdverblijf heeft.
Dit geldt zowel op het ogenblik van de verklaring als voor de periode die deze verklaring voorafgaat.
Zowel het wettelijke verblijf als het hoofverblijf moeten ononderbroken zijn.
Het ononderbroken karakter van dit verblijf wordt niet beïnvloed door tijdelijke afwezigheid van hoogstens zes maanden, voor zover deze afwezigheid in totaal de duur van een vijfde van de in dit wetboek vereiste termijnen voor verkrijging van de nationaliteit niet overschrijden.
Artikel 5, §1, eerste lid WBN stelt dat personen die in de onmogelijkheid verkeren zich een akte van geboorte te verschaffen in het kader van nationaliteitsprocedures, een gelijkwaardig document afgegeven door de diplomatieke of consulaire overheden van het land van geboorte kunnen overleggen. In geval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om zich voornoemd document te verschaffen, kunnen ze akte van geboorte vervangen door akte van bekendheid, afgegeven door de vrederechter van hun verblijfplaats.
Bij de procedures van nationaliteitsverklaring geldt er voortaan integratiecriteria.
De nieuwe wet maakt een onderscheid tussen de criteria die gelden voor de korte en lange procedure van de nationaliteitsverklaring.
Enige uitzondering – voor de in België geboren vreemdeling wordt uitgaan van het vermoeden van integratie, op voorwaarde dat hij leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf in België heeft (artikel 12 bis, §1, 1° WBN).
Volgens dezelfde artikel 12 bis:
onder §1, 2° WBN – kan de vreemdeling na de nationaliteitsverklaring de Belgische nationaliteit verkrijgen als hij cumulatief aan vijf criteria voldoet:
onder §1, 3° WBN – kan de vreemdeling na de nationaliteitsverklaring de Belgische nationaliteit verkrijgen als hij cumulatief aan vijf criteria voldoet:
Met andere woorden, in dit geval geldt er geen voorwaarde van economische participatie.
onder §1, 4° WBN – kan de vreemdeling na de nationaliteitsverklaring de Belgische nationaliteit verkrijgen als hij cumulatief aan drie criteria voldoet:
onder §1, 5° WBN – kan de vreemdeling na de nationaliteitsverklaring de Belgische nationaliteit verkrijgen als hij cumulatief aan vier criteria voldoet:
De nationaliteitsverklaring wordt afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van de belanghebbende (artikel 15 WBN).
Wat betreft de naturalisatie – de bedoeling van de nieuwe wet dat de naturalisatie een absolute uitzonderingsprocedure zou worden.
Het verzoek om naturalisatie (het ingevulde aanvraagformulier, een geboorteakte en bewijsstukken) wordt gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van de belanghebbende of aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Krachtens artikel 19 WBN moet de belanghebbende om de naturalisatie te kunnen aanvragen aan de volgende criteria voldoen:
In dezelfde artikel wordt aangegeven aan welke elementen de belanghebbende, op straffe van ontvankelijkheid, moet kunnen aantonen om zich te kunnen beroepen op buitengewone verdiensten.
De nieuwe wet voorziet ook de mogelijkheid voor de naturalisatieaanvraag voor staatlozen, die leeftijd van 18 jaar bereikt hebben en twee jaar in België wettelijk verblijven.
Voor alle procedures geldt er verplichting van de betaling het registratierecht van 150 Euro.
Besluit: de verkrijging van de Belgische nationaliteit wordt door de nieuwe wet in grote mate geconcipieerd als een beloning voor “goed burgerschap”. Blijkens de parlementaire voorbereiding houdt dit drie dingen in: actieve bijdrage aan de samenleving (werkbereidheid en integratie), taalkennis en goed gedrag.
(Dit artikel geeft korte weergaven van publicatie “De Betere Belg-wet”, Mieke Van de Putte en Jan Clement in het Tijdschrift voor Vreemdelingenwet, nr. 1, 2013, Die Keure).